Concept Integraal National Energie- en Klimaatplan 2021-2030

Minister Wiebes van EZK heeft in een Kamerbrief van 21 november 2018 het concept Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK) 2021-2030 naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit concept voor 31 december 2018 worden ingediend bij de Europese Commissie. Het definitieve INEK moet een jaar later, voor 31 december 2019, worden ingediend. Het definitieve INEK zal worden vormgegeven op basis van de uitkomsten van het Klimaatakkoord en breed worden geconsulteerd, zowel nationaal als met de buurlanden. In de tweede helft van 2019 ontvangt de Tweede Kamer het definitieve INEK dat eind 2019 aan de Europese Commissie moet worden toegestuurd.

Omdat het Klimaatakkoord nog niet is afgerond, is het concept-INEK gebaseerd op bestaande (beleids)documenten, waarvan het Regeerakkoord, de kabinetsinzet voor het Klimaatakkoord en de kabinetsappreciatie van het voorstel voor hoofdlijnen van een Klimaatakkoord de belangrijkste zijn. Daarmee bevat dit concept-INEK geen nieuw beleid en is het nog niet volledig ingevuld. Op veel beleidsterreinen zijn de concrete beleidsmaatregelen (en doorrekeningen daarvan) immers nog niet aan te geven. Voor het cijfermatige deel van het concept-INEK wordt vooral gesteund op de Nationale Energieverkenning 2017 aangezien de eerstvolgende integrale doorrekening van het energie- en klimaatbeleid pas in 2019 weer beschikbaar komt.

De Commissie vraagt lidstaten in het INEK ten aanzien van de vijf dimensies van het energie- en klimaatbeleid, een beeld te schetsen van zowel doelstellingen als maatregelen en beleidslijnen:

  1. Decarbonisatie:
  2. Broeikasgas-emissies en –verwijderingen (waaronder niet-emissiehandelsectoren volgend uit de Effort Sharing Verordening, en LULUCF Verordening).
  3. Hernieuwbare energie (waaronder het geplande aandeel energie als bijdrage tot het bereiken van het bindend EU-doel van ten minste 32% in 2030 en bijdragen voor het sectorale aandeel in het eindenergieverbruik in de sectoren vervoer, elektriciteit, verwarming en koeling).
  4. Energie-efficiëntie: een indicatieve bijdrage tot het behalen van het indicatieve EU-streefcijfer van 32,5% meer energie-efficiëntie in 2030.
  5. Energiezekerheid: diversificatie van energiebronnen en (on)afhankelijkheid van leveranciers uit derde landen.
  6. Interne energiemarkt: elektriciteitsinterconnectie (streven naar 15% in 2030); infrastructuur voor transmissie voor gas en elektriciteit; marktintegratie; waarborgen voor de toereikendheid van het elektriciteitssysteem en consumentenbescherming.
  7. Onderzoek, innovatie en concurrentievermogen: publieke en (waar beschikbaar) private financiering van onderzoek en innovatie

Informatie over het overkoepelende governance-proces dat de Europese Commissie heeft ingesteld is hier te vinden.