CE Delft: Scenariostudie groengasproductie rond 2030
In opdracht van verschillende publieke opdrachtgevers, waaronder het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, heeft CE Delft samen met de New Energy Coalition een studie uitgevoerd die de mogelijke ontwikkelrichtingen richting 2030 van groengasproductie in Nederland verkend. De studie kijkt onder andere naar de mogelijke ontwikkeling in aantallen productieinstallaties, mogelijke geschikte locaties voor het ontwikkelen van dergelijke installaties en de mogelijke ontwikkeling in productievolumes groengas richting 2030.
De studie maakt onderscheid in vijf productietechnieken voor groengas: Vergasser, monomestvergister, allesvergister, slibvergister en gft-vergister. Ruimtegebrek is volgens de studie geen beperkende factor voor de groei van groengasproductie in Nederland. De studie concludeert daarnaast dat er voldoende grote veehouderijen in Nederland zijn waar een monomestvergister rendabel zou kunnen zijn.
Wat betreft de ontwikkeling van het groengasvolume naar een voldoende hoog niveau om beleidsambities te realiseren, daarvan zegt de studie dat er beleidsondersteuning van groot belang zal zijn. Onder andere wordt een soepel inpassingstraject met kortere doorlooptijd genoemd als een belangrijk instrument om groengasproductie op te schalen. Hierin wordt de overheid geacht te faciliteren.
De studie verwacht voldoende economische beschikbaarheid van mest om aan de vraag van toekomstige monomestvergisters voor groengasproductie te voldoen. Bij de economische bechikbaarheid van andere biomassa in Nederland worden meer vraagtekens geplaatst, maar niet als probleem gezien. De studie concludeert, net als het Platform Hernieuwbare Brandstoffen, dat er voldoende oplossingen te vinden zijn in andersoortige typen biomassa, zoals uit vang- en wisselgewassen, energiegewassen.