Volgens KEV2020 te weinig groei in aandeel hernieuwbare brandstoffen in transport
30-10-2020 | PBL laat zien dat het aandeel biobrandstoffen in mobiliteit slechts van 6 procent in 2019 naar 7 procent in 2030 stijgt. Dit is deels te verklaren doordat verschillende biobrandstofstromen administratief dubbel mogen tellen waarmee het fysieke volume maar weinig groeit in het komende decennium. Verder is de afspraak in het Klimaatakkoord om maximaal 27 PJ hernieuwbare brandstoffen extra in te zetten nog niet meegenomen. Omdat de besluitvorming hierover nog niet heeft plaatsgevonden. Deze inzet zou ongeveer 2 megaton aan emissiereductie opleveren.
KEV2020 raamt de uitstoot voor 2030 rond de 31,6 megaton CO2 door de vervoerssector. Dat is een hogere uitstoot dan de maximaal 25 miljoen ton CO2 die reeds eerder in het Energieakkoord van 2013 als doelstelling voor 2030 is geformuleerd voor mobiliteit. KEV 2019 kwam uit op 32,9 megaton CO2.
Emissies in mobiliteit liggen momenteel nog boven het niveau van 1990 en KEV2020 laat zien dat de geraamde uitstoot van broeikasgassen door mobiliteit in 2030 ruwweg gelijk is aan die in 1990.
Voor het Platform Duurzame Biobrandstoffen is duidelijk dat de ambities voor verminderen van klimaatimpact in mobiliteit omhoog moeten. Naar verwachting levert elektrificatie van vervoer na 2030 een belangrijk effect op. In het komende decennium is inzetten op hernieuwbare brandstoffen de snelste manier om aanzienlijke CO2-reducties in mobiliteit te realiseren.
Platform Duurzame Biobrandstoffen geeft aan dat binnen de bestaande voertuignormen en brandstofspecificaties naar 2030 toe 152 PJ aan hernieuwbare brandstoffen valt in te zetten. Samen met elektrificatie (2 miljoen voertuigen in 2030) en 20 PJ aan hernieuwbare elektriciteit kan de vervoerssector onder maximaal 23 megaton CO2-emissie uitstoot komen. Het kan als we willen. De markt is er klaar voor.
PBL - Klimaat- en energieverkenning (KEV) 2020
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceerde op 30 oktober 2020 de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) voor 2020. In het rapport stelt PBL dat de klimaatdoelstelling voor 2030 niet gehaald wordt, waarbij ook duidelijk wordt dat de Nederlandse mobiliteitssector tekortschiet.
De uitstoot in de transportsector daalt licht van 35,6 Mton CO2-equivalenten in 2018 naar 35,2 Mton in 2019. De KEV 2020 verwacht een lichte daling van het energiegebruik in 2030, van circa 6 procent ten opzichte van 2019. Het raamt het energiegebruik in 2030 op 482 petajoule. Het elektriciteitsverbruik door het wegverkeer stijgt naar verwachting van 1,9 petajoule in 2019 naar 13 petajoule in 2030. Het gebruik van biobrandstoffen voor mobiliteit wordt tot 2030 min of meer constant verondersteld en is geraamd op 32 petajoule in 2030.
Het personenautoverkeer is met een aandeel van circa 50 procent in het totaal veruit de grootste bron van broeikasgasemissies binnen de sector mobiliteit. Vrachtauto’s en bestelauto’s zijn goed voor respectievelijk 20 en 12 procent van de uitstoot. Bussen, motorfietsen en bromfietsen leveren een kleine bijdrage. Deze aandelen veranderen maar beperkt tot 2030 (zie figuur 6.13 uit PBL-KEV2020-rapport).
Bunkers
De uitstoot van broeikasgassen uit de in Nederland verkochte bunkerbrandstoffen ligt hoger dan de hele uitstoot van de binnenlandse mobiliteit. Ook in de internationale lucht- en scheepvaart in Nederland liggen in 2019 de CO2-emissies 18 procent hoger dan in 1990. De afgelopen jaren is de uitstoot gedaald door minder bunkering aan zeevaart. In zeevaart is het volume in de periode 2007 tot en met 2018 met 37% gedaald. Binnen de Europese Unie leverde Nederland in 2018 ruim een kwart van brandstoffen aan de internationale scheepvaart.
In luchtvaart is de uitstoot tussen 2012 en 2018 met 2 megaton toegenomen. KEV2020 voorziet voor luchtvaart een groei van de afzet van brandstoffen aan de luchtvaart tot circa 200 petajoule in 2030. De hieruit resulterende uitstoot van broeikasgassen bedraagt ongeveer 14 megaton. De geraamde inzet van biobrandstof voor luchtvaart in 2030 bedraagt 4 petajoule (ongeveer 2 procent van het totaal). Dat levert ongeveer 0,3 megaton reductie aan CO2-uitstoot op.
Begin 2019 is echter in het ontwerpakkoord-Duurzame Luchtvaart een ambitie neergezet van 14% bijmenging van biokerosine. Als dat doel wordt nagestreefd zou dat ongeveer 21-25 PJ betekenen aan biokerosine en ook een aanzienlijk hogere CO2-emissiereductie opleveren.
Broeikasgasuitstoot van de internationale binnenvaart is stabiel en lag op 2,6 megaton CO2-emissies in 2018. Er wordt een lichte groei geraamd van de afzet van bunkerbrandstoffen aan de binnenvaart. De uitstoot van broeikasgassen in 2030 is voorzien op ongeveer 3 megaton CO2-equivalenten. De vervoersvolumes in de binnenvaart nemen tot 2030 naar verwachting toe.