PHB: Reactie op Voorjaarsnota 2023
In de voorjaarsnota 2023 heeft het kabinet voorgesteld om in 2030 20 PJ extra volumes aan hernieuwbare brandstoffen in te zetten, bovenop al bestaande verplichtingen. Dat levert een extra reductie op van 1,5 Mton CO2.1 Platform Hernieuwbare Brandstoffen heeft aangegeven dat er technisch gezien ruimte is voor hogere volumes hernieuwbare brandstoffen binnen bestaande brandstofspecificaties en voertuignormeringen. In het IBO-rapport (zie ook de reactie van het Platform) staat een voorstel voor het ophogen van doelen in de Jaarverplichting met 50 PJ, goed voor een emissiereductie van 3,7 Mton. Naast het ophogen van doelen in de jaarverplichting zijn er natuurlijk ook andere instrumenten mogelijk voor het stimuleren van hogere volumes aan hernieuwbare brandstoffen. Het Platform Hernieuwbare Brandstoffen pleit bijvoorbeeld al jaren voor het differentiëren in accijnstarieven tussen fossiele en hernieuwbare brandstoffen, waarbij hernieuwbare brandstoffen de basis vormen en fossiele brandstoffen hoger belast worden.
We juichen toe dat het kabinet gaat kijken naar de afbouw van fiscale voordelen voor fossiele brand- en grondstoffen en het principe hanteert om met fiscale instrumenten te sturen op de afbouw van fossiel en opbouw van alternatieven.
De marktontwikkeling van elektrische voertuigen heeft tijd nodig. In dit opzicht betreurt het Platform dat het kabinet niet doorzet op normering van elektrisch bij nieuwverkoop van auto’s. Zeker de maatregel om voor zakelijke auto’s elektrisch verplicht te stellen vanaf 2025 ligt voor de hand. Er is een strategie nodig om te zorgen voor voldoende aanbod van batterij-elektrische voertuigen op de tweedehandsmarkt, waar de meeste transacties plaats vinden. Hierin speelt de leasemarkt een belangrijke rol. Dus het uitblijven van normering van elektrisch voor de zakelijke markt heeft ook invloed op de ingroei van elektrisch in het tweedehands segment.
Met de huidige ambitie voor elektrificatie is er—bij gelijkblijvende energievraag in vervoer en handhaving van de voorgenomen doelen in de jaarverplichting voor hernieuwbare energie—een aanzienlijk reductie nodig van het aantal kilometers dat gereden wordt. Om een voorbeeld te geven van de omvang: met het voorstel voor 20 PJ in plaats van 50 PJ extra hernieuwbare brandstoffen in 2030 zijn er tussen de 35 en 40 dagen aan auto-/truckloze dagen nodig om de misgelopen 2,2 Mton CO2-emissiereductie te compenseren. Dus stel je een transport lockdown voor om dit klimaatdoel te halen. Met deze vergelijking vragen we aandacht voor de omvang van de huidige CO2-uitstoot in vervoer en hoeveel er nodig is om deze klimaatemissies te compenseren met andere maatregelen. Het Platform vindt het belangrijk dat deze boodschap helder op tafel ligt bij besluitvormers.
Als het niet lukt om elektrisch vervoer voldoende op te bouwen en er schaarste blijft aan hernieuwbare brandstofopties, dan is mogelijk de consequentie dat de prijzen voor mobiliteit sterk omhoog gaan, zeker in een context van een emissiehandelssysteem voor vervoer (ETS2). Wij vragen om op tijd te zorgen voor een sterke alliantie tussen opschalen van elektrisch vervoer en opbouw van hernieuwbare brandstoffen, naast andere maatregelen als sterk OV en meer efficiëntie, om te zorgen dat we in deze sector over kunnen stappen naar betaalbare niet-fossiele alternatieven.
Dat betekent dat de maatwerkafspraken voor de industrie zich niet alleen zouden moeten richten op klimaatreductie in het productieproces, maar ook inzetten op de vergroening van de grondstoffen en brandstoffen.
1) blz 194, tabel 92