Analyse Kabinetsreactie duurzaamheidskader biogrondstoffen voor hernieuwbare brandstoffen

19-10-2020 | Het Platform Duurzame Biobrandstoffen geeft in 10 punten commentaar op de Kabinetsreactie op het SER-advies duurzaamheidskader biogrondstoffen.
(Een PDF van dit commentaar is hier te downloaden)

  1. Het kabinet steunt inzet duurzame biomassa in wegtransport en in internationale sectoren zonder alternatieven zoals lucht- en scheepvaart. Let wel: voor die laatste sectoren bestaan momenteel geen verplichte doelen en inzet aldaar telt niet mee voor de Nederlandse klimaatdoelen. Alleen brandstofgebruik dat valt toe te rekenen aan nationaal grondgebied telt. Voor luchtvaart bestaan overigens concrete plannen voor een sectorverplichting vanaf 2025. Het kabinet maakt duidelijk dit ook in internationale context voor internationale zeevaart te willen regelen. Voor binnenvaart is reeds in het Klimaatakkoord een doel voor 2030 afgesproken.
  2. Het kabinet is voor opschaling inzet biomassa in chemie. Daar zal overigens instrumentarium, zoals verplichte doelen, voor moeten komen. Uiteraard is rekening te houden met een internationale context voor eerlijke concurrentie. Dat betekent dat dit proces jaren in beslag kan nemen.
  3. Bioraffinage zet biomassa om in brandstoffen en chemie. Dat betreft hoogwaardige technologische processen. En net zoals de huidige raffinage levert dit een volume op met bouwstenen voor (fijne) chemie en hernieuwbare brandstoffen. Ethanol is zo’n voorbeeld.
  4. Voor de benodigde investeringen redeneert de sector in transitiepaden: opbouw van volume van hernieuwbare brandstoffen in markten die nu een verplicht doel hebben, zoals personenwegverkeer, en naarmate dit segment elektrificeert verschuift dat volume naar de internationale sectoren zoals chemie, zwaar transport.
  5. De kabinetsreactie erkent gelukkig dit principe en laat de mate van elektrificatie de afbouw van volume hernieuwbare brandstoffen in wegverkeer bepalen. Losknippen lichtwegvervoer van zwaar transport is evenwel ondoordacht en onnodig.
  6. Het is heel verstandig dat het kabinet ontwikkeling, productie en gebruik van synthetische kerosine nauw verbindt aan de opgave in chemie en raffinage. Datzelfde geldt dus voor wegvervoer en zeevaart. Er bestaat een brandstoffen/chemie nexus om uit te nutten.
  7. Het kabinet zet in op bioraffinage en voegt deze toe aan de prioritaire thema’s in het innovatiebeleid en stelt additioneel budget ter beschikking. Het Meerjaren Missiegedreven Innovatie Programma Biobased grondstoffen voor producten en transportbrandstoffen zal aangeven hoe de benodigde innovatie gestimuleerd gaat worden. 200 mln euro productie-ondersteuning hernieuwbare brandstoffen voor wegvervoer is reeds in het Klimaatakkoord beschikbaar gemaakt.
  8. Verder volgt het kabinet de SER dat het begrip ‘fair share’ niet te hanteren is om te bepalen op hoeveel biomassa Nederland recht zou hebben. Het zet in op meer mobilisatie van duurzame biomassa en volgt de kansen die het PBL-rapport heeft geïdentificeerd. Zie PBL Rapport over toepassingen en beschikbaarheid duurzame biomassa.
  9. Een terzijde, het kabinet omarmt het duurzaamheidskader uit SER-advies. Dat wil zeggen afbouw in energie. Maar laat nu juist daar de klimaatopgave, de opgave voor CO2-reductie, liggen. Het volume van fossiele koolstoffen in brandstoffen is orde groter dan in chemie. Het lijkt in de tentatieve figuur dat met inzet biogrondstoffen in chemie ook een aanzienlijke klimaatreductie tot stand komt, maar die is kleiner dan wat je met mobiliteit kan reduceren.
    Daarom behoeft de figuur met tentatieve ontwikkeling een kwantitatieve onderbouwing.

Die onderbouwing wordt gegeven in de onderliggende PBL-analyse (2020) naar beschikbaarheid en toepassing van duurzame biomassa, (p.44). Hierbij vindt het Platform dat de behoefte aan duurzame biomassa voor mobiliteit erg hoog is ingeschat. Het grootste volume in deze analyse betreft inzet in zeevaart. Allereerst wordt voor inzet in zeevaart met een hele lage rendementsfactor gerekend die het Platform niet reëel vindt. Verder is onduidelijk of er voor zeevaart in 2030 al verplichte doelen zullen gelden.

Tot slot, het Platform vindt dat met inzet op bioraffinage het kabinet de juiste weg inslaat. Hiermee ontwikkelt Nederland een economisch perspectief en een oplossing om de klimaatimpact van vervoer omlaag te brengen. Er is evenwel meer aandacht nodig voor de innovatie-opgave voor het vergroenen van moleculen en het opschalen van capaciteit voor alle modaliteiten. Platform pleit daarom voor een nationaal innovatieprogramma vergroenen van de moleculen.

Lees hier de kabinetsreactie.

De analyse van het Platform is ook als PDF beschikbaar. Klik hier.

De Brief van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat van 16 oktober 2020 over het Duurzaamheidskader biogrondstoffen kunt u lezen en downloaden door onderstaande figuur aan te klikken.