Nederland is wat betreft de omvang van de zeevaartsector vrij uniek. Samen met België vormt Nederland het absolute Europese zwaartepunt van de brandstofbunkering voor de zeevaart. De Rotterdamse haven is wereldwijd de derde grootste bunkerhaven van de wereld. Dit betekent ook dat de Nederlandse brandstofbunkering zorgt voor grootschalige CO2-emissies, en dat verduurzaming van deze sector van groot belang is voor de wereldwijde klimaatambities. Dus andersom: Nederland kan met de inzet van hernieuwbare brandstoffen een enorme bijdrage leveren aan de verduurzaming van de zeevaartsector wereldwijd.
Sinds het bereiken van een akkoord over FuelEU Maritime, ligt er een eerste aanzet tot verduurzaming van de zeevaartsector vanuit Europees perspectief. Deze verordening stelt een verplichting aan schepen tot een broeikasgasemissiereductie van -2% in 2025, -6% in 2030, -14,5% in 2035 en verder oplopend via 5-jaar intervallen, tot -80% in 2050. Dit is zeker een positieve ontwikkeling, maar doordat de regeling alleen zal gelden voor schepen groter dan 5000 GT, zal bijna de helft van de schepen nog buiten enige regeling vallen en dus niet aangezet worden tot verduurzaming. Overigens valt de Europese zeevaartsector inmiddels ook onder het Europese emissiehandelssyteem, dus is er werk voor de boeg in de zeevaartsector.